16 juli
Vannacht slecht geslapen en ik heb een beetje last van mijn maag. Half zes dan maar op pad gegaan. Ik was even de weg kwijt in het middeleeuwse centrum van León, en ben terug gelopen naar de kathedraal om vanaf daar opnieuw te beginnen met lopen.
Eigenlijk moet je over de hele Camino de gele pijlen en/of de schelpen volgen die op de gevels van huizen te vinden zijn, maar ik ben de alternatieve route gaan lopen die veel mooier, maar wel kilometers langer is. Het is weer ruim 30 graden, en 40 km lopen in je dooie uppie, over een zeer slecht pad, zorgt dat je met moeite vooruit komt. Aan de horizon de opdoemende bergen die ik eerdaags moet beklimmen naar een goede 1500 meter hoogte, waar ik de steen die ik vanuit Almere heb meegenomen wil neerleggen bij het beroemde kruis op het hoogste punt van de hele route. De steen is belangrijk voor mij, omdat hij bijna veertig jaar in het aquarium van mijn vader heeft gelegen. Nu staan de namen van mijn dierbaren erop en heeft de steen bijna een jaar in ons altaartje gelegen bij de Maria’s, bidprentjes, kaarsjes en foto’s van mijn overleden schoonzusje.
Om een uur of drie aangekomen in Hospital de Orbigo, en ik was totaal kapot door de lengte van de etappe en de hitte. Rieta, 36 jaar oud, zat al op een bankje in een prachtig hotelletje. Ze had de kortere route genomen. Het is haar tweede keer dat ze de Camino loopt. Na mijn douche en wat schone kleren aangetrokken te hebben, kreeg ik van Rieta een heerlijk stokbroodje met vers gekochte kaas en tomaat, een vruchtenyoghurt en een jus d`Orange. Michèl, een Belgische gymleraar van in de twintig, kwam ook aan tafel zitten. Hem heb ik voor het eerst ontmoet in 't treintje op weg naar St. Jean in Frankrijk. De Zuid Koreaan was er ook, en de Brazilianen, die gelukkig niet op mijn kamer slapen.
Carlos, de Spanjaard, loopt al 10 jaar de Camino op en neer. Samen met Tom, de Canadese veteraan, en Rieta ‘s avonds aan het pelgrims menu. Celine, de Française, heb ik na een week weer gezien in de keuken van het hotel. Ze kookt altijd haar eigen maaltje en wanneer ik Frans met haar begin te praten antwoordt ze steevast in het Engels. “Mijn” groepje slaapt 15 km eerder. De saamhorigheid tussen al de pelgrims is zeer groot. Men laat je in je waarden. Je merkt snel genoeg wanneer iemand op zijn eigen is en dat word gerespecteerd. Ook leent/gebruikt men spullen van elkaar en je kunt je rugzak gewoon onbeheerd bij je bed laten staan.

17 juli
Na een zeer rustige en fijne nacht, pas om 8 uur begonnen met lopen. Ik was een van de laatste die vertrok. Het was frisjes dus mijn jack maar aangetrokken, want ik ben ook een beetje verkouden geworden. Na een uurtje lopen, heuvel op, neem ik mijn eerste bak koffie en een blikje sardientjes… Wat een combinatie.
Ron uit Schagen kwam ook het café binnen lopen en we hebben daar even zitten praten over de tocht.
Vandaag ben ik precies 21 dagen onderweg. Daarvan heb ik 19 dagen gelopen, een rustdag genomen en twee etappes overgeslagen. Na 18 km kom ik aan in Astorga, op 800 meter hoogte, er staat veel wind en het is half bewolkt. In Astorga staat het paleis wat door Gaudi en zijn medewerkers is gemaakt maar waarin nooit iemand heeft gewoond. Het ziet eruit als een kasteeltje en staat pal naast de gotische kathedraal die op dit moment half in de steigers staat. Daarom kun je nu helaas niet naar binnen. Met Carlos even een biertje gedronken, met uitzicht op het paleis. Daarbij zat ik te denken of ik in Astorga blijf of 10 km doorloop naar mijn volgende bed.
In steden en dorpjes waar je onderweg doorheen loopt, wordt veel gerestaureerd aan gebouwen en wegen, dit omdat het volgend jaar het heilige jaar is. Vandaag even een eindje met Michèl gelopen, en in een bos, op een tafel waar berichtjes achter gelaten zijn door pelgrims, een speelkaart van Playworld achter gelaten.
Gisteravond heb ik naar huis gebeld, en Maris zei dat ik moe klonk. Nou, dat is ook zo maar toch ga ik elke dag weer lopen. Wanneer je wakker word wil je blijven liggen, maar nadat je je rugzak weer hebt opgepakt en het eerste half uur de stijfheid eruit hebt gelopen, loop je weer te genieten. De routine van elke dag op tijd naar bed gaan, op tijd opstaan en regelmatig eten is heerlijk. Dat heb ik in geen jaren meegemaakt. Wel moet je 6 á 7 uur per dag lopen, maar elke dag is toch anders. De natuur en de uitzichten blijven echter prachtig. Het leven op de Camino is schitterend.

18 juli
Om 14.30 uur aangekomen in Murias de Rechivaldo, dus ik ben toch doorgelopen. Ik kon in een eenpersoons tent slapen maar het waaide behoorlijk en het koelt ook nogal af in de nacht. Toch maar in een hok met 20 man en 2 vrouwen snurken. De verschillen in albergues zijn groot. De ene nacht slaap je voor drie euro in een bijna nieuw hotel met alles erop en eraan. De volgende nacht voor acht euro in een hok waar geen water voorhanden is, of wanneer er wel een douche is de douchekop niet kan blijven hangen. Trouwens, dat euvel komt ook in de beste hotels ter wereld voor. Een peertje aan het plafond, over de vieze toiletten maar te zwijgen. De bedden zijn af en toe goor en de baas lijkt te denken “daar heb je weer een pelgrim”. De meeste Spanjaarden die ik meemaak kennen de woorden ‘por favor’ niet eens.
Naarmate je dichterbij Santiago komt, word de plaatselijke bevolking aardiger en roepen ze ‘Buen Camino’. De dorpjes waar je nu doorheen loopt moeten het vooral hebben van de pelgrimsgangers. Zonder ons is het armoe troef, en het doet me denken aan het dorp en de omgeving waar mijn moeder woont in Frankrijk. Dan hebben zij nog niet eens de wandelaars die blikjes sardientjes kopen of een stuk brood, pleisters, bananen etc. In Astorga, toch wel een toeristische trekpleister, kost een halve liter bier 2,50 euro!

Na één bier ben ik maar snel doorgelopen. Niet alles is duur, vier bananen voor 80 cent, een stuk brood voor een kwartje en chorizo tot je een ons weegt voor bijna niks. Grote koffie 1,20 euro, een wijntje 0,80 cent tot een euro. Internetgebruik kost tussen de 1,- euro en 2,- euro per 15 minuten.
Ik heb in de afgelopen weken gemerkt dat het water per dorp/stad erg anders smaakt. Soms teveel chloor, soms juist helemaal niet. In Nederland is het verschil stukken kleiner en wij hebben volgens mij het beste kraanwater van de wereld.
Ik zit op het terras van een luxe pension tegenover het hok waar ik vanavond slaap. Ik zie verderop de bergen waar ik morgen overheen moet wandelen. De wolken stapelen zich op. Het pensionnetje (45,- euro per persoon per nacht) heeft een geweldige zitkamer waar ik dankbaar gebruik van maak. De tv staat op de Tour en de baas komt af en toe kijken of ik de tapas, die je hier en daar bij je drankje krijgt, heb opgegeten. Ik zit, of liever gezegd ik lig, naar de tv te kijken en geniet van alle rust om me heen want lig hier alleen met de afstandsbediening onder handbereik.
Mijn vriend Arnoud heeft gebeld en alles gaat goed met zijn zieke vader. Quint z’n duiklessen gaan goed en de divemaster is erg trots op hem.
Er staan ook hier veel huizen te koop voor weinig geld. Er moet wel het een en ander aan gebeuren en dan ben je alsnog duur uit. De crisis heeft in Spanje veel meer schade toe gebracht dan bijvoorbeeld in Nederland. Zeer hoge werkloosheid en de mensen verdienen hier veel minder dan bij ons. "Het gebeurt morgen wel" is duidelijk het devies.

18 juli
Gisteravond heb ik met Ron gegeten in het pension, voor een tientje, het zogenaamde pelgrimsmenu. Heb lekker geslapen op een eigenlijk veel te slap matras. Ook daar zijn veel verschillen in. De ene nacht te zacht, de ander nacht een plank.
Ben vandaag in Rabanal de Camino herenigd met mijn groepje, ze liepen een paar kilometer achter me en we zijn "samen" naar Foncebadon gelopen, op 1430 meter hoogte. Dit dorpje is weer tot leven gekomen door de toenemende pelgrimsgangers. Vroeger stonden hier een paar huizen, een kapelletje, een hospitaal en tot 1992 woonde er maar twee mensen. We slapen in het kapelletje op de plavuizen maar wel met een matras. De bedden waren al bezet. Was gister een beetje verdwaald doordat ik op een zanderig kruispunt aankwam en er geen pijl te bekennen was. Door mijn kompasje en later de voetstappen in het zand kwam ik weer op de route terecht. Vanaf het, nu levendige, dorpje een prachtig uitzicht op de route die ik vandaag heb gelopen. 23 km, 25 graden. Nu nog zo’n 8 á 9 dagen lopen naar Santiago…

19 juli
Ik heb slecht geslapen vannacht. Er staat vandaag 30 kilometer op de planning. Vroeg opstaan en voor zonsopgang de berg op. Moest 4 uur lopen voor mijn eerste bak koffie. Op de top bij het beroemde kruis Cruz de Ferro, op 1504 meter hoogte, wilde ik mijn steen (210 gram) neerleggen. Nou, dat was een teleurstelling, want langs de hoop stenen die pelgrims hebben achtergelaten ligt een drukke weg en staat er een soort patatkraam. Ik was daar erg vroeg maar later op de dag komen er bussen vol met dagjes mensen die een kijkje nemen. Ook was er geen sprake van een mooi uitzicht want dat werd versperd door rijen bomen. Ik had er dus geen goed gevoel bij om hier de, voor mij belangrijke, steen achter te laten. Meezeulen dan maar.
De rest van dag heeft verder een hoop goed gemaakt want de afdaling, en toch nog hier en daar klimmen, was een van de mooiste tot nu toe. Af en toe moet je het pad even vrij maken voor de koeien die naar of van de stal lopen. De stad Ponferrada zie je ‘s ochtends al liggen maar je moet dan nog een kilometer of 20 lopen! Men meet hier trouwens de kilometers tot aan de stadsgrens en niet zoals in Holland tot aan het centrum geloof ik. Dus kom je nogal eens voor verrassingen te staan als blijkt dat je in de stad loopt waar je volgende bed staat, en je nog 4 kilometer moet lopen. Das toch een klein uurtje tot 5 kwartier lopen.
Omdat ik morgen jarig ben heb ik mezelf getrakteerd op een mooi hotelletje á 35,- euro aan de voet van het Tempelierskasteel wat helaas, en tot mijn verbazing, gesloten was. Morgenochtend om 11 uur is het weer open staat er op de deur. Dan maar uitgebreid in bad met de tv aan.
Opgefrist liep ik naar het plein waar de groep zat. Tot mijn verbazing vertelde de Friezin dat ze morgen naar huis gaat i.v.m. haar blaar onder haar voet. Dag Sjoke, bedankt voor het samen lopen en het kletsen, dikke zoen. Heb op het plein een lekkere pizza gegeten. Daarna mijn eigen gang gegaan en een beetje rondgelopen in het oude stadscentrum. Een paar biertjes in de kroegjes gekocht en gewacht op 12 uur ‘s nachts, want dan ben ik jarig.

20 juli
Mijn verjaardag! Vandaag ook precies 41 jaar geleden dat de eerste man op de maan stond. Op het Spaanse journaal kwam dat uitgebreid aan bod. Hoewel om 8 uur mijn mobieltje afging en de hele familie lang zal hij leven begon te zingen, kon ik lekker uitslapen en uitgebreid douchen, scheren en mijn rugzak weer eens goed inpakken. Ook Arnoud belde nog even, tof. Mijn moeder ook nog gesproken, ze heeft het zwaar met haar behandeling, chemo en bestraling. Ze houdt zich erg sterk.
Na een paar Café con Leches liep ik vrolijk naar het kasteel. Ik kon mijn rugzak achterlaten in het heerlijke hotel. Ik liep de ophaalbrug op en ik vond het al erg rustig. Was het kasteel gewoon hartstikke dicht! Wel potverdikke! Al maandenlang wilde ik het kasteel van binnen zien en het was potdicht. Ik wist even niet wat ik moest doen, in Ponferrada blijven of doorlopen.
Na een half uurtje bedenktijd en een sms naar huis, heb ik toch besloten om door te lopen. Het was inmiddels 12 uur en de temperatuur liep op naar de 35 graden. Mijn telefoon ging weer en het was de groep, om me te feliciteren. Ik zei dat ik er aan kwam en dat ze maar een bed voor me vast moesten houden.
Het was een van de zwaarste etappes, 25 km, berg op en af, en 37 graden. Zag in de verte Villafranca de Bierzo al liggen en dacht dat ik er al bijna was… Dus niet, het was een ander dorp, moest nog een cola’tje nemen en pas twee uur verder zag ik de groep in de zon liggen. Ik was kapot, maar na een half uur aan de waterkraan gelegen te hebben en daarna een koude douche en droge kleding, voelde ik me weer top. Heb nog nooit zo hard moeten werken op mijn verjaardag. Een kleine afdaling gemaakt naar het centrum om gebakken eieren met spek te eten en bier te drinken. Tot mijn verbazing ging het Amsterdams barok koor ‘s avonds in de kathedraal zingen, en de toegang was gratis. Wat een geweldig verjaardagscadeau en mooie afsluiting van een zeer zware dag.
Veel mensen hebben mij gebeld en gesmst voor mijn verjaardag. Mijn tante Ellis heeft 20,- euro gestort op mijn rekening. Thanks! Heb een nieuwe blaar, dat komt door het vele berg op lopen en de zweetvoeten. Toch smeer ik ‘s ochtends goed mijn voeten in. Doe overdag nooit mijn schoenen uit om alles een beetje te drogen want dan is het einde zoek.

21 juli
Heb slecht geslapen, ik was te moe. Ik lag boven in het stapelbed en dacht eruit te vallen, maar dat ging niet eens, omdat het matras zo slap was dat ik geen kant uit kon.
Vandaag loop ik 30 kilometer, het is gelukkig niet te warm. Ik heb alleen gelopen. Het begin was makkelijk, maar de laatste 15 kilometers waren zeer steil, berg op. Zo steil dat, wanneer je stopt met lopen, je achter over valt door het gewicht van de rugzak. Ik voel mijn rugzak eigenlijk al weken niet meer, zozeer is mijn lichaam eraan gewend.
Overigens was het een prachtige route, elke paar kilometer een mooi dorpje met fonteintjes, kroegjes, kerkjes en een chagrijnige bevolking. Twee kilometert voor O`Cebreiro gestopt, op 1400 meter hoogte, in Laguna de Castilla. Carlos zat al op ‘t terras.
Gisteren heb ik een dure geheugenkaart gekocht omdat de ander vol is. Vanavond slapen we in een nieuw hotel, 10,- euro voor een overnachting. Het was een acht-persoons kamer maar we sliepen met z`n vijven, waaronder Ron uit Schagen. De Franse vrouw heeft allemaal bulten op haar lichaam gekregen en gaat zo snel mogelijk naar het ziekenhuis.
We hebben hier uitzicht over de bergen en hebben gegeten in de alberque want je kunt nergens anders je maag vullen. De Tour etappe op LCD tv gekeken. Daarna de was gedaan en dat gaat altijd met de hand buiten in de tuin op een wasbord. Ik heb maar weinig kleding mee, maar je bent af en toe zo moe dat je blij bent dat je een bed ziet.
Ik zie mensen voorbij komen met verband om hun knieën en enkels, of op sandalen en voeten ingepakt met pleisters. Gisteren zag ik een bestelbusje vol met rugzakken voorbij rijden. Trouwens, gisteren had mijn groepje mijn naam op de weg geschreven met felicitaties. Helaas had ik een andere, moeilijkere route genomen en ik heb het dus helemaal niet gezien.
Op sommige dagen kun je een alternatieve route nemen. Een makkelijkere, of een wat kortere. Ik neem altijd de originele route, ten minste, dat denk ik.
‘s Ochtends vroeg hoef je geen wekker te zetten want je word wakker van allerlei verschillende, mooie of absurde ringtones en het geritsel van de rugzakken. Ik ben s`ochtends zelf snel klaar want ik pak mijn rugzak zo goed als helemaal in voordat ik ga slapen.

22 juli
Van Laguna naar Tricastella, 26 kilometer. Het eerste stuk was mooi en het zonnetje scheen, maar die verdween al snel en daarna kwam de regen met bakken tegelijk naar beneden. Het was echt glibberen tijdens de afdalingen, en berg op was bijna niet te doen. Het leek of je in een hard stromend beekje liep en we waren al snel door en door nat, ondanks mijn goede regenjack.
Yoan, de Ier, en ik hebben even niet opgelet en namen de verkeerde weg. Geen pijl of betonnen paaltje te zien. Gelukkig kwamen we bij een geasfalteerde B weg aan en er kwam net een auto naderbij. Ik heb de bestuurder gevraagd welke kant we op moesten. Berg af dus. Na een paar kilometer om gelopen te hebben, zagen we weer de bekende pijlen. Het was wel nog een aardig stuk lopen naar het dorp.
De groep was maar een minuut of tien eerder gearriveerd in de gemeentelijk alberque en had de laatste bedden bemachtigd. Kon  nu mijn kleding en schoenen drogen, even douchen, en de Tour kijken. Daarna eten, wat geld pinnen en weer snurken.

23 juli
Ik loop vandaag richting Sarria, 25 kilometer. Mijn spulletjes waren gelukkig droog! Het is een flinke afdaling, maar waar afgedaald wordt, moet later ook weer geklommen worden. Een schitterende route met af en toe een bui. Vijf kilometer doorgelopen naar Barbadello. Een gehucht van twee boerderijen. In een prachtige oude boerderij, welke dienst deed als privé alberque, geslapen. Kostte me 9,- euro en heb gegeten voor 10,- euro.
Vanuit mijn stapelbed heb ik een waanzinnig mooi uitzicht door het dal naar de bergen en er is een nieuw gezicht in de kamer gearriveerd. Met het geluid van de bellen van de koeien op de achtergrond in slaap gevallen. ‘s Nachts nog even wakker geweest en vanuit mijn bed de sterrenhemel bewonderd.

24 juli
Heerlijk gesnurkt vannacht! Het eten gisteravond was geweldig. Vandaag om half acht de deur uit. Een half uur gelopen voor een vers broodje en koffie. Het is trouwens niet de gewoonte dat er een ontbijt in een alberque is. Bij sommigen wel, maar voor die drie euro ben je beter af in een cafeetje.
Mooie route, heuvelachtig. Onderweg een beetje regen. In Portomarin bij de kerk een flinke pizza gegeten en even de supermarkt in gedoken voor bananen en een liter koude chocolade melk, die ik in een keer naar binnen gooide. Toen nog 12 km verder. Even voorbij Hospital de Cruz, aangekomen in Ventas de Naron. Nog een dorp waar een blind paard geen schade kan aanrichten. Totaal 33 km. We slapen met zijn achten op de kamer. Wij zevenen en de Braziliaanse tante. Haar nichtje, Heidi, loopt een paar dagen achter ons, met haar vader. Het nieuwe gezicht heet Alex en ze komt uit San Francisco en is een wanna-be hippie. Ik heb nu 25 dagen gelopen.

25 juli
Vandaag naar Melide, zo’n 28 km verderop. ‘s Ochtends mist en redelijk fris, in de middag word het benauwd. De groep loopt verspreid.
In Melide aangekomen, verbaasde het ons dat we nergens eten konden krijgen omdat het een nationale feestdag is, de naamdag van St. Jacob. Je moet nu dus niet in Santiago zijn want aan een bed kom je niet of die kost de hoofdprijs. Wel was er een bruiloft aan de gang dus dachten we dat we daar toch wel wat te eten zouden kunnen krijgen. Nou, de baas had het te druk met z’n twintig gasten en een paar pelgrims konden verrekken.
Toen zijn we maar naar een restaurant gegaan, waar dus ook geen pelgrims-menu’tje te krijgen viel. Dit was natuurlijk gelijk een stuk duurder. Entrecôte met patat, een grote salade, Tarte Santiago, wijn en water voor 20, euro.
Het is bij de Spanjaarden echt ‘wat vandaag niet hoeft doen we morgen wel’ en ‘vandaag heb ik ze verdiend dus maak ik me niet meer druk’. Van enig ondernemerschap hebben de meesten niet geproefd. Ik moet soms een kwartier wachten op mijn koffie omdat er maar één werknemer achter de toog staat, en 15 pelgrims ervoor. Ik zou niet in dit land kunnen wonen, laat staan werken. Tenzij ik de baas ben van een of andere tent.

26 juli
Vandaag naar Santa Irene. 32 kilometer verderop. Het is ’s morgens mistig en in de middag kunnen de jassen weer uit omdat het warmer word. Een vrij heuvelige tocht, en moest veel wachten op de groep, want Johanna had haar stok bij een plaspauze vergeten.
Ben toch wat sneller gaan lopen, zie ze straks wel bij het allereerste restaurantje wat we tegenkomen, zoals afgesproken. Heb twee paar sokken weggegooid omdat ze versleten zijn door `t lopen en het wassen op de stenen wasborden. Mijn schoenen zijn mooi ingesleten en uitgelopen, haha.
In Santa Irene aangekomen, 20 kilometer van Santiago! Mijn wasje gedaan en natuurlijk weer gedoucht. Een uurtje op bed gelegen in de gemeentelijke albergue. Dan blijkt dat er in de omtrek van 2,5 km geen restaurant is, en ook geen supermarkt. Dus maar de slippers aan en lopen. Na een paar honderd meter stelt Jacob, de Amerikaan, voor om gewoon de rugzakken te pakken en nu, zeven uur in de avond, naar Santiago te lopen. We keken elkaar aan en zeiden dat er vandaag al over gesproken is, omdat we zo dichtbij Santiago de Compostela zijn. Unaniem zijn we akkoord gegaan en hebben het boeltje gepakt. Andere pelgrims die aan kwamen wandelen waren erg blij dat ze ‘onze’ bedden konden krijgen.
Nou, we hebben het geweten, het was een flinke laatste 20 kilometer, en berg op! Ik wilde graag vóór zonsondergang boven op de laatste berg van de hele tocht staan, met uitzicht over Santiago, dus heb ik in mijn eentje flink door gelopen. Het leek wel of Santiago me aantrok.
Ik ben alleen aangekomen op de berg, Monte Guzo, en ik was er nog geen minuut of de zon ging onder. Het uitzicht viel wel tegen want ook hier stonden bomen in de weg en kon nog net een beetje de buitenwijken van Santiago zien liggen. Uitgeteld ging ik zitten en liet de afgelopen weken door me heen gaan. Sommige dingen weet ik niet meer, laat staan waar ik eergisteren heb geslapen. Wie ik waar heb ontmoet en wat ik gisteren heb gegeten. Gelukkig heb ik deze dingen opgeschreven om Zo dit verslag te kunnen maken.
Ik ging weer staan en kon mijn tranen net bedwingen bij het zien van al de lichtjes van de grote stad Santiago. Rustig daalde ik af en zag langs de weg het bordje SANTIAGO. Het is inmiddels bijna elf uur. Bij het eerste restaurantje nam ik een halve liter bier, en ging op het terras zitten. Daar sms’te ik naar huis dat ik er bijna was. Ook belde ik Yoan om te laten weten dat ze, als ze een beetje doorliepen, nog konden eten. Zo gezegd, zo gedaan en om 23.15 uur zaten we met z’n zevenen aan tafel. Allemaal uitgeteld, na zo’n 55 á 60 km te hebben gelopen. Johanna zag geel en groen en kon haar eten niet meer binnen houden. Ik voelde me geweldig met in mijn gedachte dat ik nog maar 5 km moest lopen om de kathedraal te bereiken.
Om half twaalf gingen we weer lopen en één van de jongens heeft toen de rugzak van Johanna, de Stockholmse, gedragen. Langzaam, stijf en vermoeid liepen we stilletjes Santiago binnen. Imanol, de Bask, had zeven bedden gereserveerd in een hostel, dus die moesten we nog even opzoeken. Dat was snel gebeurd.
Ik lag met de Bask op de kamer en we hadden afgesproken dat Yoan, John, Imanol en ik nog het centrum in wilde lopen om de kathedraal bij nacht te zien. Nou, dat was een geweldig idee. De kleine pleintjes en de straatjes in oud Santiago bruisten nog van het leven hoewel het al bijna half twee was. Het plein voor de immense entree van de kathedraal was verlaten. Ik liet me op mijn knieën vallen en keek omhoog. De prachtig mooie kathedraal was mooi verlicht, één van de torens gaf een schaduw tegen de wolken. Ik heb het gehaald!
Na 28 dagen lopen, tussen de 750 en 800 kilometer, met één rustdag. Over bergen, heuvels, over eeuwenoude bruggetjes en over beeldschone beekjes. Na dertig verschillende bedden te hebben beslapen, bijna elke dag hetzelfde menu voorgeschoteld te krijgen, en het ontmoeten van zo’n twintig verschillende nationaliteiten. Met blaren, huilen, kerk in en kerk uit, het missen van, en denken aan, de mensen die ik lief heb en waar ik zielsveel van hou. Mensen en dieren die er niet meer zijn, mijn werk, mijn huisje, het huishouden en mijn eigen bedje... Het is voorbij, of toch niet, want deze tocht zal me altijd en eeuwig bij blijven. In mijn geheugen gegrift staan. Wat een fantastische tocht! Je kunt het onmogelijk met een pen (of toetsenbord) beschrijven wat een gevoel het geeft als je de Camino Frances loopt. Iedereen loopt zijn eigen tocht, maar het gevoel is bij iedereen bijna hetzelfde, en het halen van Santiago is ieders doel. Magisch, fantastisch, super, ongelofelijk wat je lichaam kan, wat je geest wil.
Thuis missen ze me en ik hen ook. Wil zo snel mogelijk naar huis maar moet nog tot de dertigste wachten op mijn vliegtuig. Morgen de kathedraal in, de tombe van de Heilige Jacob bekijken, zijn beeld omhelzen en de mis bij wonen en niet te vergeten mijn Compostela halen. Zonde zijn vergeven, de poort van de hemel staat open... als je daar in gelooft.

27 juli
Na een korte nacht geslapen te hebben, ben ik om een uur of acht naar de kathedraal gelopen. We hadden eigenlijk om half acht afgesproken, maar alleen Johanna en Imanol waren bij de receptie. Jack, Jacob, John en Yoan lagen gewoon nog te pitten.
In het daglicht is de kathedraal nog indrukwekkender dan ‘s nachts. Ik ben de kathedraal ingelopen met rugzak en al en heb daar mijn ronde gedaan. Naar de tombe van de Heilige Jacob, die onder een gigantisch, bijna kitsch-achtig altaar, in zijn zilveren tombe ligt.
Dan over de uitgesleten marmeren trappen naar boven, en zijn beeld, dat boven op het altaar staat, omhelsd. Je hebt dan een mooi uitzicht over de kerk die de vorm van een groot kruis heeft. Het altaar is de grootste die ik tot nu toe gezien heb, uitgezonderd die in Peru, en is als je terug denkt aan honderden jaren terug de meest indrukwekkende voor de pelgrims van die tijd.
Daarna naar het kantoor waar ik mijn Compostela kan halen. Ik ging in de rij staan, op de eeuwen oude, versleten trappen. Om me heen zie ik allemaal bekenden, die net aan zijn komen lopen. Adressen worden links en rechts uitgewisseld. Na een kwartiertje wachten werd mijn stempelkaart goed gekeurd en ontving ik mijn toegangskaart tot de hemelpoort.

Het was zo ‘s ochtends vroeg lekker rustig, maar na een uur op het plein in de zon voor de kathedraal gezeten te hebben, kwamen de dagjes mensen maar ook de pelgrims binnen wandelen. Het is geweldig om mensen weer te zien die je een week of een paar weken hebt gemist. Ook de twee Denen waarvan ik dacht dat ze opgegeven hadden kwamen aan strompelen. We omhelzen elkaar, we kussen en we zeggen: we hebben het gehaald. Tranen vloeien, maar dat is snel voorbij, want men wil ook graag een bed vinden voor de nacht.
Natuurlijk heb ik om 12 uur de mis bijgewoond in een tjokvolle kerk. Een wonder geschiede want ik kwam naast John en Gabrielle (USA) te zitten, die ik vanaf de Pyreneeën ken en al een week niet gezien had. Gabrielle heeft het erg moeilijk gehad gedurende de tocht.
De mis was voor mij (en anderen) emotioneel, maar zag aan de priesters en "helpers"dat ze dit dus een aantal keer per dag doen.
Na een paar uur zitten voor de kathedraal, ben ik naar de Burger King gelopen. WAUW, wat lekker vies! De straatjes rond de kathedraal zijn gevuld met restaurantjes die hun waar (kreeft, hammen, inktvis of complete varkens) tentoon stellen. Alles is autovrij op een enkele verdwaalde auto na. Dertig meter van mijn hostel, waar ik een eenpersoons kamer heb (€ 20,- per nacht) is er dan eindelijk een lekker internetcafé, en bijna voor niks. Alleen durf ik geen foto’s en/of filmpjes te uploaden. Ik heb geloof ik inmiddels 500 foto’s gemaakt. Ik heb ook weer even lekker met thuis gebeld. Quint mag volgend jaar al in zee duiken! Ik heb nu ook een nieuwe oplader voor mijn mobieltje moeten kopen, want de oude was al voor mijn vertrek half overleden.

28 juli
Vandaag heerlijk uitgeslapen en daarna weer het centrum ingelopen richting kathedraal. Nu nog steeds zie ik bekenden arriveren, die naarstig op zoek zijn naar een bed. Voor mij is de tocht voorbij, maar er zijn er genoeg die doorlopen naar Finisterre, nog 85 kilometer verder. Dat is een plaats aan de kust waar de Heilige Jacob volgens het verhaal is aangespoeld.
Het is ook goed dat ik in Santiago ben gestopt. Ergens heb ik ook wel het gevoel dat ik weer wil lopen, de bergen in om weer in een ander dorp te slapen, leven met je rugzak, pelgrims-menu’s eten en genieten van de rust, natuur, en alleen het geluid van je voetstappen horen. Ik heb geprobeerd om vandaag al naar huis te vliegen, maar alles zit tjokvol. Ben weer de kerk ingelopen en heb nog eens de ronde gemaakt. Helaas heb ik het adres van John en Gabrielle (USA) niet. Michèl, de Belg, niet meer gesproken. De twee Fransen niet meer gezien. Ook Ron uit Schagen niet in Santiago gezien maar ga ervan uit dat hij ook na drie maanden lopen de kathedraal heeft mogen aanschouwen.

 

29 juli
Gisteravond ben ik naar een discotheek geweest, nadat ik een openlucht concert heb meegemaakt. Het is elk jaar in juli een groot feest in Santiago. In de disco stonden alleen maar pelgrims hun vermoeidheid eruit te springen en het werd erg laat. Vanmorgen dus weer lekker uitgeslapen in mijn schone bedje en om een uur of elf uitgebreid onder de douche gestaan. Gisteravond ben ik ook nog even in een lokaal casino geweest, wat eigenlijk tegen mijn principe is. Ik heb zowaar wel een tientje gewonnen op de roulette. De jackpot stond op maar liefst € 3000,- ! Ook een aantal zogenaamde ‘vasthoudkaartjes’ meegenomen voor mijn verzameling. De hal was wel te helder verlicht door de TL-balken, en een van de gasten stond te vloeken en te slaan op ‘zijn’ automaat. Ik had er bijna wat van gezegd, haha, beroepsdeformatie! Morgenochtend vlieg ik naar huis!

30 juli
Na een fijne terugvlucht ben ik aangekomen op Schiphol. Ik kon vanuit de lucht Zeeland goed zien, en wat later zag ik Almere en ook ‘mijn’ ArenA.
Op schiphol geland, zag ik Maris, mijn zwager en de kinderen al achter het glas staan. Quint en ik begonnen beiden te huilen toen we elkaar zagen. Toen mijn vrouw met tranen in onze ogen aangekeken en ik zei “wat ben ik lang weg geweest hè?”. Sietske keek me aan en zei “hoi Pietje.”. Mijn zwager stond ondertussen foto’s te maken. Moest bij de bagageband wel te lang wachten op mijn rugzak, en toen ik hem eindelijk had bijna op een holletje langs de douane. Toen eindelijk mijn kind omhelst, mijn vrouw gezoend, en Joost een stevige handdruk gegeven. Sietske pakte mijn hand en ze liet hem niet meer los. Dat handje van ‘mijn’ dochter was voor mij een teken dat ik het dit afgelopen zware jaar goed met haar doe, ik veel voor haar beteken en zij mij heeft geaccepteerd.

Wat een ongelofelijk avontuur. 28 dagen gelopen, 1 rustdag en totaal tussen de 750 en 800 kilometer gelopen.